Uitspraak: Hoe bereken je hoe lang Gemeenschapsonderdanen een relatie hebben gehad? BPR niet doorslaggevend

ECLI:NL:RBDHA:2016:16812

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 06-10-2016
Datum publicatie 20-02-2017
Zaaknummer AWB 16/7039 en 16/7040
Inhoudsindicatie
Niet in geschil is dat achteraf is gebleken dat vanaf de aanvang sprake was van een deugdelijk bewezen duurzame relatie. Eiser heeft immers een verblijfsrecht ontleend aan zijn relatie. Verweerder heeft voor bepaling van de aanvang (en, bijgevolg, de duur) van de relatie echter niet (enkel) de datum van de BRP-inschrijving tot uitgangspunt genomen, maar heeft hierbij zes maanden opgeteld, onder verwijzing naar, onder meer, zijn beleid en de uitspraak van de Afdeling van 6 september 2011 (ECLI:NL:RVS:2011:BS1678). Dit standpunt gaat, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet op. Immers, het aangehaalde beleid en de Afdelingsjurisprudentie zien op bewijs van de duurzaamheid van de relatie in de aanvraagfase en zolang de relatie voortduurt. In dit geval betreft het daarentegen de situatie waarin de relatie is geĆ«indigd, maar (achteraf bezien) vanaf de aanvang deugdelijk bewezen duurzaam is geacht. De rechtbank volgt verweerder, zonder nadere toelichting, niet in zijn standpunt dat in een dergelijk geval de eerste zes maanden van de relatie op de totale duur van de relatie in mindering moeten worden gebracht. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan het bestreden besluit een motiveringsgebrek kleeft. De rechtbank is voorts, mede in het licht van het voorgaande, van oordeel dat verweerder zich onvoldoende draagkrachtig heeft uitgelaten over de aanvangsdatum van de relatie. Uit de uitspraak van de Afdeling van 6 september 2011 blijkt dat een duurzame relatie ook op andere manieren dan middels een inschrijving in de BRP kan worden aangetoond. Eiser stelt zich op het standpunt dat de relatie (in ieder geval) bestond ten tijde van de aanvraag, op 4 mei 2012. Eiser heeft voorts verklaringen, foto’s, afschriften van een gezamenlijke bankrekening en een zwangerschapsverklaring aangeleverd, waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de relatie al voorafgaand aan de aanvraagdatum bestond. De rechtbank is van oordeel dat reeds gelet op het feit dat eiser op 4 mei 2012 een aanvraag om verblijf bij partner heeft ingediend, waarbij zowel hij als zijn partner een relatieverklaring heeft afgegeven, aannemelijk is dat hun deugdelijk bewezen duurzame relatie in ieder geval op dat moment al bestond. De rechtbank kan verweerder dan ook zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet volgen in zijn (naar de rechtbank begrijpt, subsidiaire) standpunt dat de datum van de BRP-inschrijving als aanvangsdatum dient te gelden.

Hier vindt u de uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2016:16812




Wellicht is mijn boekenblog ook interessant: http://dutchysbookreviews.blogspot.nl/l

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.


Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

Reacties

Populaire posts van deze blog

Stichting LOS schreef boek "Post Deportation Risk" over de mensenrechten situatie na terugkeer

š—Ŗš—¼š—²š—»š˜€š—±š—®š—“ šŸ­šŸ³ š—·š—®š—»š˜‚š—®š—暝—¶ š˜‚š—¶š˜š˜€š—½š—暝—®š—®š—ø š—¼š˜ƒš—²š—æ š˜š—¶š—·š—±š—²š—¹š—¶š—·š—øš—² š—Æš—²š˜€š—°š—µš—²š—暝—ŗš—¶š—»š—“ š˜ƒš—®š—» ‘š—±š—²š—暝—±š—²š—¹š—®š—»š—±š—²š—暝˜€’

VACATURE: Programma manager bij Forum voor Programma Immigratie & Burgerschap (Migratierecht)

Immigratiedienst: Minder vaak voordeel van twijfel voor asielzoeker

Interview met Aad van Elswijk, advocaat vreemdelingenrecht te Rotterdam

Wat als je vergeten bent je verblijfsvergunning te verlengen?

Vraag: Kan ik mijn oude moeder naar Nederland halen?

UItspraak: Artikel 8 EVRM bij volwassen gezinsleden (moeder bij dochter)

Interview met Anton Kleijweg, advocaat vreemdelingenrecht te Voorburg (update: tegenwoordig in Den Haag)

VACATURE: Operationeel Manager Juridische Zaken IND Den Haag