Uitspraak Raad van State over precaire situatie van vrouwen in Afghanistan (uitspraak ABRRvS)

LJN: BW0014, Raad van State , 201108565/1/V4
Datum uitspraak: 21-03-2012
Datum publicatie: 27-03-2012
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: ASIEL. Alleenstaande zwangere Afghaanse vrouw. Motiveringsgebrek.
Tegen de achtergrond van de door de vreemdeling ingeroepen informatie uit voormeld ambtsbericht dat de situatie van vrouwen in Afghanistan buitengewoon slecht is en in heel Afghanistan op grote schaal geweld tegen vrouwen voorkomt, daarbij in het bijzonder in aanmerking nemende dat in Tadzjiekse gemeenschappen, waartoe de vreemdeling heeft verklaard te behoren, eerwraak voorkomt, waarbij kan worden gedacht aan jongeren die tegen de zin van hun ouders een eigen partner kiezen of seksueel contact hebben (of daarvan verdacht worden) voordat zij getrouwd zijn, alsmede dat, indien de leefstijl van een naar Afghanistan teruggekeerde vrouw naar de mening van haar familie niet conservatief genoeg is, zij een reëel risico loopt het slachtoffer te worden van huiselijk geweld, opsluiting of eerwraak, had de minister, anders dan de Rb. heeft overwogen, in dit geval nader onderzoek moeten doen naar hetgeen de vreemdeling over haar zwangerschap heeft aangevoerd teneinde te kunnen beoordelen of het bestreden besluit onverkort kan worden gehandhaafd. Daartoe is van belang dat, hoewel de stellingen van de vreemdeling in dit verband summier zijn, de minister bij uitstek in staat is de verklaringen van de vreemdeling over de man, van wie zij zwanger is geraakt, te verifiëren. Daarbij had de minister tevens gemotiveerd dienen in te gaan op de vraag of het aannemelijk is dat, bij terugkeer van de vreemdeling naar Afghanistan, haar familie aldaar de geboorte van het kind ziet als een gevolg van gedrag van de vreemdeling dat niet conservatief genoeg is.

-----

2.3.2. In voormeld ambtsbericht is, voor zover thans van belang, het volgende vermeld:

"Eerwraak en bloedwraak zijn uiterst complexe en eeuwenoude facetten van de Afghaanse cultuur die met name sterk leven binnen de Pashtun gemeenschap, maar ook voorkomen binnen de Oezbeekse en de Tadzjiekse gemeenschappen. Het gaat hierbij met name om de vergelding van de dood van een familielid (bloedwraak) en de verdediging van de eer van de familie (eerwraak). Bij dit laatste kan men bijvoorbeeld denken aan jongeren die tegen de zin van hun ouders een eigen partner kiezen of seksueel contact hebben (of daarvan verdacht worden) voordat zij getrouwd zijn. Niet zelden leidt dit tot executie van kinderen door hun eigen familieleden.

(…)
Desondanks blijft de situatie van vrouwen en meisjes in Afghanistan en vooral buiten Kaboel en andere grote steden, buitengewoon slecht.
(…)

Geweld tegen vrouwen is diepgeworteld in de Afghaanse samenleving en lijkt eerder cultureel dan religieus te zijn ingegeven. In heel Afghanistan, de steden Kaboel, Herat en Mazar-i-Sharif incluis, komt op grote schaal geweld tegen vrouwen voor. De misdrijven waarvan vrouwen en meisjes het slachtoffer worden zijn heel divers. Vrouwen hebben vooral te lijden onder huiselijk geweld. Geweld tegen vrouwen wordt gezien als een privézaak. Honderdduizenden Afghaanse vrouwen worden door echtgenoten en andere familieleden mishandeld en misbruikt.
(…)

Overspel moet dan wel gezien worden als verzamelnaam voor verdenking van seks buiten het huwelijk, het van haar man weglopen, etc. 'Zina' is nog steeds strafbaar volgens het Afghaanse wetboek van strafrecht, maar het begrip is vaag omschreven. Dit biedt ruimte om een vrouw te vervolgen en op te sluiten indien zij 'bekend' heeft te zijn verkracht, op basis van een (illegale) aanklacht wegens 'immoreel gedrag'. Ook kan de dader eenvoudig beweren dat het slachtoffer instemde met geslachtsgemeenschap, waardoor zij aangeklaagd kan worden wegens overspel.
(…)
Indien de leefstijl van een naar Afghanistan teruggekeerde vrouw naar de mening van haar familie niet conservatief genoeg is (sociaal gedrag, seksuele oriëntatie, het nastreven van een eigen carrière of kritiek op het Afghaanse samenleven) loopt zij een reëel risico het slachtoffer te worden van huiselijk geweld, opsluiting of eerwraak. Over het algemeen geldt dat vrouwen die terugkeren naar Afghanistan alleen geen problemen hoeven te verwachten indien zij zich (ten minste uiterlijk) conformeren aan de traditionele Afghaanse normen."
2.4. Tegen de achtergrond van de door de vreemdeling ingeroepen informatie uit voormeld ambtsbericht dat de situatie van vrouwen in Afghanistan buitengewoon slecht is en in heel Afghanistan op grote schaal geweld tegen vrouwen voorkomt, daarbij in het bijzonder in aanmerking nemende dat in Tadzjiekse gemeenschappen, waartoe de vreemdeling heeft verklaard te behoren, eerwraak voorkomt, waarbij kan worden gedacht aan jongeren die tegen de zin van hun ouders een eigen partner kiezen of seksueel contact hebben (of daarvan verdacht worden) voordat zij getrouwd zijn, alsmede dat, indien de leefstijl van een naar Afghanistan teruggekeerde vrouw naar de mening van haar familie niet conservatief genoeg is, zij een reëel risico loopt het slachtoffer te worden van huiselijk geweld, opsluiting of eerwraak, had de minister, anders dan de rechtbank heeft overwogen, in dit geval nader onderzoek moeten doen naar hetgeen de vreemdeling over haar zwangerschap heeft aangevoerd teneinde te kunnen beoordelen of het bestreden besluit onverkort kan worden gehandhaafd. Daartoe is van belang dat, hoewel de stellingen van de vreemdeling in dit verband summier zijn, de minister bij uitstek in staat is de verklaringen van de vreemdeling over de man, van wie zij zwanger is geraakt, te verifiëren. Daarbij had de minister tevens gemotiveerd dienen in te gaan op de vraag of het aannemelijk is dat, bij terugkeer van de vreemdeling naar Afghanistan, haar familie aldaar de geboorte van het kind ziet als een gevolg van gedrag van de vreemdeling dat niet conservatief genoeg is. De grief slaagt.
2.5. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Hetgeen voor het overige daartegen is aangevoerd, behoeft geen bespreking. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling, gezien het vorenoverwogene, het beroep van de vreemdeling gegrond verklaren en het besluit van 17 maart 2011 wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht vernietigen.
De minister dient een nieuw besluit op de aanvraag te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
2.6. De minister dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.


Bron: rechtspraak.nl




Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Reacties

Populaire posts van deze blog

𝗪𝗼𝗲𝗻𝘀𝗱𝗮𝗴 𝟭𝟳 𝗷𝗮𝗻𝘂𝗮𝗿𝗶 𝘂𝗶𝘁𝘀𝗽𝗿𝗮𝗮𝗸 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝘁𝗶𝗷𝗱𝗲𝗹𝗶𝗷𝗸𝗲 𝗯𝗲𝘀𝗰𝗵𝗲𝗿𝗺𝗶𝗻𝗴 𝘃𝗮𝗻 ‘𝗱𝗲𝗿𝗱𝗲𝗹𝗮𝗻𝗱𝗲𝗿𝘀’

Stichting LOS schreef boek "Post Deportation Risk" over de mensenrechten situatie na terugkeer

VACATURE: Programma manager bij Forum voor Programma Immigratie & Burgerschap (Migratierecht)

Immigratiedienst: Minder vaak voordeel van twijfel voor asielzoeker

Wat als je vergeten bent je verblijfsvergunning te verlengen?

Vraag: Kan ik mijn oude moeder naar Nederland halen?

Met je buitenlandse partner naar Nederland: 20 tips (artikel van Gart Adang op zijn verzoek geplaatst)

UItspraak: Artikel 8 EVRM bij volwassen gezinsleden (moeder bij dochter)

VACATURE: Operationeel Manager Juridische Zaken IND Den Haag

Interview met Aad van Elswijk, advocaat vreemdelingenrecht te Rotterdam