"Dit is Dublin" door mr Stijn (van de rechtbank)


Een introductie in de procedure ter vaststelling van de verantwoordelijke lidstaat voor de behandeling van het asielverzoek
  1. Inleiding

Een deel van de vluchtelingenstroom komt richting Europa. Asielzoekers die het lukt om binnen de grenzen van de Europese Unie (EU) te geraken hebben echter niet de vrijheid om hun verzoek om internationale bescherming inhoudelijk te laten behandelen in het land van hun keuze. Evenmin wordt hen de vrijheid geboden om binnen de EU te gaan ‘winkelen’[1] als hun verzoek om internationale bescherming eenmaal door een lidstaat is afgewezen. Slechts één lidstaat is verantwoordelijk voor de behandeling van het asielverzoek. Voor de asielzoeker heeft dit als voordeel dat hij niet van het kastje naar de muur kan worden gestuurd, omdat het niet mogelijk is dat geen enkele lidstaat zich verantwoordelijk acht voor de behandeling van zijn asielverzoek.
De vraag bij welk loket de asielzoeker moet zijn wordt beoordeeld aan de hand van de zogeheten Dublinverordening oftewel Verordening (EU) Nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 (Vo 604/2013)[2], waarin criteria en instrumenten zijn neergelegd om dit vast te stellen. Deze ‘Dublin III’ verordening is in werking getreden op 1 januari 2014. Op 15 juni 1990 werd al tussen de landen België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk de Overeenkomst van Dublin[3] gesloten die op 1 september 1997 inwerking trad. Oostenrijk en Zweden werden lid in 1997 en Finland in 1998. Op 1 april 2001 sloten de niet-EU landen Noorwegen en IJsland zich aan. Per 1 september 2003 werd Vo 343/2003 (Dublin II) van kracht en deze verordening met rechtstreekse werking van EU-recht verving Dublin I in alle lidstaten van de EU behalve Denemarken waardoor de Overeenkomst van Dublin van kracht en van toepassing bleef tussen Denemarken en de lidstaten die wel aan Vo 343/2003 waren verbonden. In Dublin II, vergezeld met de zogeheten Eurodacverordening, werden de criteria voor het bepalen van de verantwoordelijkheid verduidelijkt en werd het Dublin-systeem volledig binnen het kader van EU‑procedures en bestuur gebracht. Vo 343/2003 werd ook van toepassing op de op 1 mei 2004 tot de EU toegetreden lidstaten: Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. De deelname van Denemarken, dat door een zogeheten ‘opt‑out’[4] niet is gebonden aan EU asielregelgeving, is geregeld in een bilateraal verdrag. Deze door de Raad gesloten overeenkomst tussen de EU en Denemarken[5] maakte Vo 343/2003 ook van toepassing op Denemarken en trad op 1 april 2006 in werking. Ook werd een dergelijke bilaterale overeenkomst gesloten tussen de EU, IJsland en Noorwegen betreffende de toepassing van Dublin II[6], dat op 1 mei 2006 in werking is getreden. Vo 343/2003 werd eveneens van toepassing op de op 1 januari 2007 tot de EU toegetreden lidstaten Bulgarije en Roemenië. Verder trad de tussen de EU en Zwitserland en Liechtenstein gesloten bilaterale overeenkomst[7] respectievelijk in werking op 1 december 2008 en 1 mei 2011. Vo 604/2013 verduidelijkt in het bijzonder de hiërarchie van de criteria bij het bepalen van de verantwoordelijkheid van de lidstaat voor de behandeling van het asielverzoek. Alle EU‑lidstaten opteerden om deel te nemen aan Dublin III, inclusief Ierland en het Verenigd Koninkrijk.[8] Nu echter dezelfde wettelijke basis die het staten toestond om deel te nemen aan Dublin II van toepassing is op Dublin III dienen onder de lidstaten van de Dublin III‑verordening te worden verstaan: zowel de EU‑lidstaten, inclusief Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken als de niet‑lidstaten van de EU die zijn toegetreden tot de Dublinverordening: IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein. Dublin III is ook van toepassing op Kroatië, dat op 1 juli 2013 lid is geworden van de EU.
De Dublinverordening regelt binnen het grondgebied van deze lidstaten wie verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming (asielaanvraag), die is gedaan door een asielzoeker van buiten dit grondgebied (een derdelander). Een asielzoeker die afkomstig is uit een van de lidstaten valt dus niet onder het toepassingsbereik van de verordening. Voor hen geldt de presumptie dat ze afkomstig zijn uit veilige landen van herkomst.[9]
Europese verordeningen bevatten regels die direct gelden in elke lidstaat van de EU, zodat implementatie in het nationale recht niet nodig is. De bepalingen in een verordening hebben rechtstreekse werking, zodat ook particulieren, zoals asielzoekers, en ondernemingen hierop een beroep kunnen doen. De criteria en instrumenten om de verantwoordelijke lidstaat vast te stellen staan om die reden dan ook niet in de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000), het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000) of het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (VV 2000). De hoofdregel in de Dublinverordening komt erop neer dat het land waar de vreemdeling het eerst het Dublingebied binnenkomt, verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, voor zover dit ook in het belang is van het kind, in het belang van het behoud van de eenheid van het gezin en om humanitaire redenen verantwoord is te achten. De Dublinverordening is dus geen solidariteitsinstrument op grond waarvan een evenredige verdeling van het aantal asielzoekers over de lidstaten plaatsvindt. De uitvoering van de verordening kan daarom zeer belastend zijn voor de lidstaten aan de buitengrenzen van het Dublingebied waar veel asielzoekers binnenkomen, zoals Griekenland, Italië, Malta en Hongarije.
De lidstaat die op grond van die criteria en instrumenten verantwoordelijk is en daarop door de lidstaat waar de asielzoeker verblijft wordt aangesproken door middel van een verzoek tot overname of terugname (de Dublinclaim), wordt ook wel de ‘verantwoordelijke, aangezochte of ontvangende lidstaat’ genoemd. De persoon om wie het uiteindelijk draait wordt ‘de Dublinclaimant’ genoemd. De lidstaat die de claim legt bij de andere lidstaat wordt aangeduid als ‘de verzoekende of overdragende lidstaat’.
Dit toedelingssysteem staat of valt bij het interstatelijk vertrouwensbeginsel dat het fundament vormt onder Vo 604/2013. Dit wil in de eerste plaats zeggen dat een lidstaat van de EU, met inbegrip van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein, in beginsel erop mag vertrouwen dat de andere lidstaten de refoulementverboden zoals neergelegd in artikel 33 van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951, aangevuld bij Protocol van New York van 31 januari 1967 (Vluchtelingenverdrag), artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) of artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de EU (Handvest), eerbiedigen opdat geen asielzoeker wordt uitgezet naar het land van herkomst waar hij of zij het reële risico loopt om onderworpen te worden aan foltering of aan onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (het absolute verbod van refoulement).

 Hier verder lezen: https://stijnskijkopasielrecht.wordpress.com/2016/07/12/dit-is-dublin/

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Stichting LOS schreef boek "Post Deportation Risk" over de mensenrechten situatie na terugkeer

𝗪𝗼𝗲𝗻𝘀𝗱𝗮𝗴 𝟭𝟳 𝗷𝗮𝗻𝘂𝗮𝗿𝗶 𝘂𝗶𝘁𝘀𝗽𝗿𝗮𝗮𝗸 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝘁𝗶𝗷𝗱𝗲𝗹𝗶𝗷𝗸𝗲 𝗯𝗲𝘀𝗰𝗵𝗲𝗿𝗺𝗶𝗻𝗴 𝘃𝗮𝗻 ‘𝗱𝗲𝗿𝗱𝗲𝗹𝗮𝗻𝗱𝗲𝗿𝘀’

VACATURE: Programma manager bij Forum voor Programma Immigratie & Burgerschap (Migratierecht)

Oude (groot)ouder naar Nederland willen halen kan soms

Immigratiedienst: Minder vaak voordeel van twijfel voor asielzoeker

VACATURE Hoor- en Beslismedewerker IND

Met je buitenlandse partner naar Nederland: 20 tips (artikel van Gart Adang op zijn verzoek geplaatst)

Jurisprudentie van deze week zoals besproken in het advocatenoverleg van 18 januari 2024

Boek geeft gezicht aan vluchtelingenproblematiek - hoe een Koerdische Irakees kapper in Leiden werd

UItspraak: Artikel 8 EVRM bij volwassen gezinsleden (moeder bij dochter)