Rechtbank oordeelt in zaak dat inburgeringsexamen in buitenland in strijd is met Gezinsherenigingsrechtlijn

LJN: BY4171, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 12 / 9408
Datum uitspraak: 23-11-2012
Datum publicatie: 26-11-2012
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: Mvv-aanvraag: Gezinherenigingsrichtlijn en inburgeringsexamen in het buitenland. De eis die verweerder in dit geval aan eiseres (de echtgenote van de gezinshereniger) heeft gesteld voor toelating tot Nederland, te weten dat zij dient aan te tonen dat zij vóór haar komst naar Nederland het basisexamen inburgering met goed gevolg heeft afgelegd, anders dan verweerder heeft gesteld, is in strijd met artikel 7, tweede lid, van de Gezinsherenigingsrichtlijn. De rechtbank verwijst in dit verband naar het reeds aangehaalde standpunt van de Europese Commissie (EC), waarin de EC concludeert dat voormelde bepaling in die zin moet worden uitgelegd dat het niet toelaat dat een lidstaat een gezinslid, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a, van de Gezinsherenigingsrichtlijn, van een rechtmatig in die lidstaat wonende burger van een derde land de toegang en verblijf weigert uitsluitend op de grond dat dit gezinslid niet het in de wetgeving van die lidstaat voorgeschreven inburgeringsexamen in het buitenland heeft behaald. De rechtbank neemt vorenbedoeld standpunt van de EC over en maakt dat tot het hare. In hetgeen verweerder in dit verband heeft aangevoerd ziet de rechtbank geen grond voor het oordeel dat verweerder in dit geval aan eiseres de eis heeft mogen stellen dat zij dient aan te tonen dat zij vóór haar komst naar Nederland het basisexamen inburgering met goed gevolg heeft afgelegd. De rechtbank benadrukt dat zij zich in deze procedure enkel heeft uitgelaten omtrent de door verweerder gestelde eis dat de echtgenote van een gezinshereniger (eiseres) dient aan te tonen dat zij vóór haar komst naar Nederland het basisexamen inburgering met goed gevolg heeft afgelegd, en dat zij zich niet uitlaat omtrent de vraag welke integratievoorwaarden in het kader van artikel 7, tweede lid, van de Gezinsherenigingsrichtlijn mogen worden gesteld. Aangezien aan de afwijzing van de mvv-aanvraag van eiseres geen andere afwijzingsgronden ten grondslag zijn gelegd, ziet de rechtbank aanleiding, onder herroeping van het primaire besluit, zelf in de zaak te voorzien, in die zin dat verweerder zal worden opgedragen tot afgifte van de gevraagde mvv aan eiseres.
Vindplaats(en): Rechtspraak.nl
















Law Blogs
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.



Bookmark and Share

Reacties

Populaire posts van deze blog

Stichting LOS schreef boek "Post Deportation Risk" over de mensenrechten situatie na terugkeer

𝗪𝗼𝗲𝗻𝘀𝗱𝗮𝗴 𝟭𝟳 𝗷𝗮𝗻𝘂𝗮𝗿𝗶 𝘂𝗶𝘁𝘀𝗽𝗿𝗮𝗮𝗸 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝘁𝗶𝗷𝗱𝗲𝗹𝗶𝗷𝗸𝗲 𝗯𝗲𝘀𝗰𝗵𝗲𝗿𝗺𝗶𝗻𝗴 𝘃𝗮𝗻 ‘𝗱𝗲𝗿𝗱𝗲𝗹𝗮𝗻𝗱𝗲𝗿𝘀’

VACATURE: Programma manager bij Forum voor Programma Immigratie & Burgerschap (Migratierecht)

Immigratiedienst: Minder vaak voordeel van twijfel voor asielzoeker

Interview met Aad van Elswijk, advocaat vreemdelingenrecht te Rotterdam

Wat als je vergeten bent je verblijfsvergunning te verlengen?

Vraag: Kan ik mijn oude moeder naar Nederland halen?

UItspraak: Artikel 8 EVRM bij volwassen gezinsleden (moeder bij dochter)

Interview met Anton Kleijweg, advocaat vreemdelingenrecht te Voorburg (update: tegenwoordig in Den Haag)

VACATURE: Operationeel Manager Juridische Zaken IND Den Haag